Leo is op 13 mei 1949 in Gerwen geboren in gezin van twaalf kinderen, waaronder acht meisjes.
Zijn vader was boer en had een boerderij in Gerwen aan de Stiphoutseweg waar hij met twaalf melkkoeien, zeven zeugen en 100 legkippen de kost verdiende. Een hardwerkend bestaan.

De Dorsklippels

Leo leerde het traditioneel maaien en oogsten van zijn vader, die met de hand en de zicht oogstte en later met paard en trekker. Hij zette ook de graanmijt. In de huiskamer herinnert een groot schilderij van Leo’s vader aan dit cultureel erfgoed, dat drie generaties lang is doorgegeven van vader op zoon.
Leo heeft het ambacht aan zijn oudste zoon Niels geleerd en samen met een groep boeren geven ze demonstraties onder de naam De Dorsklippels.
Ze doen dit al een jaar of twaalf. Er is veel belangstelling voor.

Het historisch maaien, oogsten en dorsen is ontstaan uit het bezoeken van oldtimer evenementen en festivals. Leo wilde iets doen in plaats van alleen toeschouwer zijn.
Het idee voor het geven van dorsdemonstraties was geboren en al gauw kwamen er een McCormick zelfbinder uit 1952 en een dorskast. De tractor, een Fiat 411R,
was één van de eerste Fiats die Ger de Rooij in 1958 leverde (vader van Antonie de Rooij, geboren en getogen Nuenenaar, ontwerper en kunstenaar) en Leo was de gelukkige.

Smederij-landbouwmachinefabriek De Rooij in Nuenen

In Gerwen was de smederij van Bernard Pas gevestigd. Daar liet Leo’s vader zijn paard beslaan. Toen Bernard daarmee stopte, kwam Leo’s vader bij De Rooij terecht.
Sjef van Hoek uit Nederwetten, die daar werkte, beheerste dat ambacht eveneens. Zo kuierde Leo als jongen van 15 jaar samen met zijn vader de smederij en landbouwmachinefabriek
van De Rooij binnen om het paard van nieuw hoefbeslag te laten voorzien. Leo keek zijn ogen uit tussen al die landbouwwerktuigen in de machineloods.
De bouw en de techniek fascineerden hem mateloos. De loodsbeheerder zag dat en zei tegen zijn vader: “Is dat jouw zoon? Hij vindt het nogal interessant hier. Stuurt ‘m maandagmorgen maar”.

De maandag daarop ging Leo bij De Rooij aan de slag. “Ik ben begonnen met vegen en mocht de werkplaats uitvegen, die was loeigroot”, herinnert Leo zich. “
Daar heb ik twee dagen over gedaan. Toen ik daarmee klaar was, kon ik opnieuw beginnen. Dat was om mij op de proef te stellen. Als ik gezegd had dat ik daar al was geweest, zou ik misschien naar huis zijn gestuurd.” Leo werkte er vijf jaar met veel plezier tot het moment waarop De Rooij in 1969 stopte en werd overgenomen door Martens.
Als het aan Leo had gelegen, was dat nooit gebeurd. De Rooij was een uniek en mooi bedrijf, in de grote hal stonden wel zeven maaidorsers.

Oldtimers

De passie voor Fiat, tractoren en landbouwmachines is altijd gebleven. Leo woont met zijn vrouw op Eeneind, waar hij in grote hallen achter hun huis een twintigtal oude tractoren van het Italiaanse merk heeft verzameld, een uit de hand gelopen hobby. Ze zijn gebouwd tussen 1957 en 1978 en hebben 18 tot 150 pk. Hij haalt ze uit elkaar en knapt ze helemaal op. In één van de tractoren heeft Leo de motor van zijn stilgevallen Fiat Croma gemonteerd. Een project van jaren dat hem vele hoofdbrekens heeft gekost, maar het is hem gelukt!

Volg De Dorsklippels op Facebook