Marietje Vogels, een gezellige babbel en altijd behulpzaam

Het leven van Marietje kent een vast ritme. Ze staat om half zeven ‘s morgens op, drinkt koffie en rommelt wat. Daarna volgt een uurtje fitness en de mis, ze is gelovig. Ze doet haar huishouden en de boodschappen, gaat een uurtje zwemmen en maakt een ommetje. Ze leest veel, is goed op de hoogte van de politiek en het koningshuis, kookt iedere dag voor zichzelf en maakt rozenkransen voor aartsbisschoppen, priesters, zusters en arme dorpelingen in India en zelfs voor Moeder Teresa in Calcutta. Ze heeft kasten vol blikken met kralen, kruisjes en iconen. Veel materialen haalt ze bij hobbycentrum De Dorpswerkplaats en de kringloopwinkel.

Marietje is heel behulpzaam en heeft geweldig voor haar ouders gezorgd die 88 en 89 jaar zijn geworden. Ook is ze al meer dan 20 jaar vrijwillig in de weer voor mensen in zorgcentrum Archipel Akkers. Ze brengt ze naar de kapel, doet boodschappen voor ze en maakt ze aan het lachen met haar gezellige babbel. Ze is er altijd voor iedereen. En ze collecteert voor de Zonnebloem en het Rode Kruis. Marietje is ook mantelzorger geweest van haar heeroom Pater Vogels van 1971 tot 1998 en helpt haar zus Toos op Eeneind een dag in de week met poetsen.

Voor haar goede zorgen voor anderen heeft Marietje op 30 april 2008 een koninklijke onderscheiding gekregen, Lid in de Orde van Oranje Nassau. Marietje vindt het heel normaal dat je dat doet, maar is er stilletjes wel trots op. Ook op het gedicht dat voor haar is geschreven in het kader van de poëzietocht in Nuenen in 2000 ‘Deur en 700 jaar’. Het is destijds voorgelezen door oud-burgemeester Harry Terwisse en geplaatst bij de ingang van cultureel centrum Het Klooster aan het Park:

Haar hoge stem klinkt over straat
een vriendelijk lachend gelaat
deelt de morgen plots in twee
en in haar snelle pas
met soms een muts, altijd een tas
neemt zij eenieder met zich mee.
Haar gulle lach
die jou zo treffend raakt
een dorp wordt door mensen gemaakt.

Ries van Aalst
Zijn gedicht is een schot in de roos.

Foto’s Elly van Maasakkers